Migranten jongeren

Stijging van de vraag naar jeugdzorg

Jeugdzorg vertegenwoordigt de organisaties Jeugd & Opvoedhulp, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Doel van Jeugdzorg is hulp te kunnen bieden aan kinderen, jongeren en ouders zodat jeugdigen veilig kunnen opgroeien. Uit cijfers van statistiekbureau CBS blijkt dat steeds meer jongeren in Nederland Jeugdzorg krijgen.

Oorzaken voor de stijging

Er zijn verschillende oorzaken voor de stijging van jeugdhulp zonder verblijf.

  • Kinderen uit eenoudergezinnen doen vaker beroep op jeugdzorg. Met de stijging van eenoudergezinnen is ook de vraag naar jeugdzorg gestegen.
  • Gemeenten weten de jongeren met een migratieachtergrond beter te bereiken. De jeugdzorggebruik is bij jongeren met niet-westerse migratieachtergrond met 16 duizend gestegen. Een deel van de stijging kan hierdoor verklaart worden.
  • Gemeenten hebben ingezet op doorlopende zorglijnen vanaf 18 jaar waardoor de vraag naar jeugdzorg voor een klein deel is gestegen.

Voor meer informatie hierover kun je het artikel ‘Stijging vraag naar jeugdzorg kent waaier van oorzaken’ op de site van Divosa lezen.

Ongeveer 23% van de inwoners van Nederland heeft een migratieachtergrond. Iets meer dan de helft hiervan heeft een niet-Westerse achtergrond, dit zijn voornamelijk mensen uit Turkije, Marokko, Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen. Buiten deze bevolkingsgroepen zijn er iets meer dan een half miljoen inwoners uit andere niet-westerse landen. Voor een groot deel gaat het om vluchtelingen en asielzoekers (CBS 2019). In mijn vorige blog kun je meer lezen over het begrijpen van verschillende culturen. We gaan het in dit artikel hebben over de grootste migratiegroepen in Nederland en over de verschillen in die culturen.

De niet-westerse migratieachtergrond

Indonesië

Een groot aantal Indonesische migranten kwamen tussen 1945 en 1965 naar Nederland omdat er geen plaats meer was in het postkoloniale Indonesië. De meeste Indonesiërs in Nederland wonen in de Randstad, voornamelijk in Den Haag.

De Indonesische cultuur heeft veel verschillende geloven, gebruiken en gewoontes. De grootste gedeelte van de Indonesiërs is moslim, daarna christelijk en een klein gedeelte hindoe. De Indonesiërs spreken Indonesisch. In de Indonesische cultuur hoor je controle te hebben over je gedrag en over hoe je overkomt naar buiten. Belangrijk is dat je anderen met respect behandelt, vooral ouderen hebben veel aanzien.

Turkije

De Turkse migranten zijn vanaf de jaren 60 als gastarbeiders naar Nederland gekomen. De meeste Turken wonen in de Randstad.

Een grote gedeelte van de Turken is moslim, een heel klein deel is christelijk. De taal die wordt gesproken is Turks. De Turken zijn vaak trots op het gebied waar ze vandaan komen en houden zich vast aan tradities van eer en respect. De Turken staan bekend om hun gastvrijheid en bieden vaak Turkse thee aan. Persoonlijke relaties en netwerken spelen een grote rol in de Turkse cultuur.

Marokko

De Marokkaanse migranten zijn in de jaren zestig en zeventig als gastarbeiders naar Nederland gekomen. De Marokkanen wonen vooral in Utrecht en Amsterdam.

Het Marokkaans- Arabisch en de Berbertaal worden gesproken door Marokkanen. De overgrote deel van de Marokkanen zijn moslims. Ze zijn erg gastvrij, meestal grote gezinnen en hebben diversiteit in de keuken. 

Suriname

De Surinaamse migranten zijn tijdens en na de dekolonisatie naar Nederland gekomen, voornamelijk voor werk maar ook om onderwijs te volgen. De Hindoestaanse en Javaanse Surinamers vreesden ook voor dominantie van Afro-Suriname in een onafhankelijk Suriname waardoor ze migreerden naar Nederland. De meeste Surinamers in Nederland wonen in Almere.

De Surinaamse cultuur kent heel veel subculturen met veel variëteiten. Er is een religieuze diversiteit waaronder het belangrijkste het christendom, het hindoeïsme en de islam. Sociale controle is groot en men gebruikt vooral een directe benadering. Men kent minimaal twee talen; Sranantongo en Nederlands. Hun Motto is: ‘no spang’, maak je niet druk. De Surinamers begroeten elkaar door een hand te geven of te omhelzen.

Nederlandse Antillen

Door de tegenvallende economie kwamen steeds meer Antillianen vanaf de jaren 80 en 90 naar Nederland om te gaan werken. Ook kwamen er heel veel om te gaan studeren. Het grootste deel van de Antillianen in Nederland woont in Zuid-Holland.

De Antillianen spreken twee talen; Papiaments en Nederlands. De overgrote meerderheid is rooms-katholiek. Muziek is belangrijk voor de Antillianen. Vrolijkheid, gezelligheid en een relaxte houding. Er is veel ruimte voor openheid, mensen zijn gastvrij en enthousiast om nieuwe mensen te ontmoeten.

Herkennen culturele verschillen

Kortom er zijn duidelijk culturele verschillen tussen de verschillende migratiegroepen. Belangrijk is voor ieder persoon maar vooral voor hulpverleners zich bewust te zijn van deze culturele verschillen om misverstanden te herkennen die ontstaan in de interculturele communicatie. Met behulp van de cultuur sensitieve methode zorgt Sensa Zorg dat de jeugdzorgwerker zijn cliënt met een migratieachtergrond beter kan begrijpen. Instituut Culturele Zorg begeleidt hulpverleners bij het doeltreffend omgaan met culturele verschillen door het creëren van bewustwording en de ontwikkeling van interculturele competenties.

Tuba Gulbahce
Orthopedagoog

Anlami is het Turkse woordje voor betekenis. Volgens Wiktionary; waar iets voor staat, wat het belang van iets is. Hoe leg je het woord uit, die je gebruikt om een andere woord uit te leggen. Wat is de betekenis van een specifiek woord of wat is de betekenis van een woord voor jou. Achter elke woord zit weer een heel verhaal en emotie. Elke zondag in de ochtend sta ik extra vroeg op, om na te denken over een specifiek woord. Daarna bedenk ik wat dit woord in het Turks betekend. In verband met mijn tussen landen in taal en het niet altijd weet, zoek ik ook de formele vertaling op, daarna check ik de Turkse betekenis. Als dat stuk goed voelt ga ik op zoek naar verschillende definities over dat woord. Tijdens deze zoektocht en daarna ontspint zich een heel verhaal in mijn hoofd, dan komen de woorden vanzelf. Elke zondag voor de middag deel ik deze verhalen dan op mijn verschillende social media kanalen.

Tijdens een leuke videobel overleg met Süleyman, Gülcan en mijn partners, kwamen we op de een of andere manier op het punt hoe het is om ouder te zijn tijdens de ramadan in coronatijd. Met een grote lach grapte Süleyman, dan schrijf je daar toch een blog over. Als ik het woordje blog hoor, dan gaat mijn hart een beetje sneller kloppen. Dat heeft zo zijn redenen, waar ik vast een keer over ga schrijven. Maar niet vandaag, dus ik was uitgedaagd om een blog te schrijven, ik voeg hier zelf nog aan toe; een mooie blog over; opvoeden, ramadan en quarantaine. Uitdaging aanvaard en ik dacht dat het een appeltje eitje zou zijn. Zoals dat nou eenmaal werkt met creativiteit. Het moet ontstaan en laat zich niet dwingen. Maar nu, na 10x staren op mijn beeldscherm en weer gefrustreerd dichtklappen en weer een nieuwe poging om een blog over de betekenis van de Ramadan te schrijven. Wat in het Turks weer Ramazan is,  en ook een jongensnaam is die jongens krijgen als ze in de Ramazan maand zijn geboren. Afgelopen zondag heb ik al een begin gemaakt met het schrijven over de Ramadan.

De allereerste keer dat ik bewust de hele maand had meegedaan aan de ramazan was in 1980, ik was 11 jaar oud en had de jaar ervoor al voor de helft meegedaan. In het begin dacht ik dat ik doodging, niet zozeer omdat ik honger had. Maar meer het ongehoorzaam willen zijn en het tegendraadse. Het willen meedoen maar dan op je eigen manier. Dit is nu nog steeds een beetje het thema in mijn leven. Tja pubertijd heet dat geloof ik. Stiekem heb ik toen, samen met mijn broer, die er helaas niet meer is, de schil van een banaan opgegeten, want dat was geen voedsel, dus wij dachten, dat we ons zo een beetje aan de regels hielden en toch ook weer een beetje ongehoorzaam waren. Dat voelde supergoed. Dat was ons geheim, de grote mensen mochten het niet weten. Totdat mijn moeder een banaan zonder schil vond, de volgende dag in de kast waar al het fruit lag. Terwijl ik dit opschrijf dwaalt mijn blik af, naar de fruitschaal waar een overrijpe banaan ligt. Ik krijg er een grote glimlach van op mijn gezicht en mijn rahmetli broer schiet door mijn hoofd. Met liefde denk ik aan hem. Op mijn manier mis ik hem nog steeds en denk ik vaak aan hem.

In die tijden had je de gewone ramazans, dus mama was elke dag in de keuken bezig, want een vriezer hadden gewone mensen niet, alles moest vers gemaakt worden. Mijn zus was assistent van mijn moeder en ik was de assistent van mijn zus. Omdat ik de jongste uit het gezin ben, kwam ik met heel veel dingen weg. Ik kon terwijl mijn zus aan het afwassen was en mijn taak afdrogen was. De boel zo in de war schoppen, door uit het niets een hele ingewikkelde vraag te stellen. Mijn zus had dan niet eens in de gaten dat ze zelf had afgedroogd. Tenzij mijn moeder dan ineens binnenkwam lopen, dan pakte ik snel een afdroogdoek en deed ijverig mee.

Maar dus, het leven toen, was voor mij een soort “quarantaine”. We hadden weinig te besteden, hadden weinig contacten met de buren. Op visite gaan was een hele opgave, want de mensen die een auto hadden waren schaars en de tijden van het vasten verbreken was heel laat. Deze herinneringen, met de bij behorende geuren, geluiden en smaken zijn voor mij mijn beschermjas. Mijn bescherming in moeilijke tijden zoals nu, dan helpen mijn herinneringen mij om vol te houden. Zoals, de verhalen die mijn vader vertelde tijdens het wachten. In de ramadan had hij extra veel tijd om zijn verhalen te vertellen. Tussen zijn thuiskomen van werk en het eten zat nu een gat van wel 4 uur. Deze stille kleine ramazanlar hadden een andere betekenis, dan die we er in het hier en nu aan geven. Zoals de prestigieuze iftars met honderden mensen bij elkaar die elkaar niet kennen en samen mooi zitten te wezen. Ook dat heeft een verbindende betekenis maar het is anders.

Ik kies er bewust voor om het hier niet over religieuze aspect maar de sociale aspecten van de ramazan te hebben en dan met name in mijn eigen context. Ik kan putten uit die tijden en de voorbeelden, soms ga ik zelfs nog ietsje verder. Dan zoek ik die geuren en smaken op. Mijn moeder maakte een soort van armelui soep, tijdens de ramazan. In de streek waar ik vandaan kom noemen we dat Öveleme çorbası, als de soep bijna klaar is. Dan maak je in een apart pannetje een sausje, de finishing touch voor door de warme soep. Men neme een lepeltje boter, als de boter gesmolten is, gaat daar gedroogde munt en paprikapoeder bij, de geur van gebrande munt en paprikapoeder is thuiskomen en aarden voor mij. Het hete boterkruidenmengsel gaat dan over de soep en je hoort dan een geluid die wij in Turkije cızz noemen. Ook dat geluid is thuiskomen. Als ik dit ruik, hoor en uiteindelijk proef kan ik de hele wereld aan. De soep heeft een wat korrelige structuur en is goed gekruid, waardoor ik een warm gevoel in mijn buik krijg. Misschien is het, omdat ik dit nu met een lege maag schrijf, want als ik mijn ogen dicht doe ruik ik het bijna.

Dit alles, is dus de betekenis van de ramazan voor mij, onvergetelijke memories mijn beschermjas in coronatijd waarbij ik mijn moeder en omarol opnieuw vorm en betekenis wil geven. Memories dus; maak ze met elkaar thuis, aan tafel, voor de iftar, vertel verhalen aan elkaar, aan je kind, aan je kleinkinderen via facetime of telefoon. Kijk welke herinneringen je zelf hebt aan de ramazan en deel ze zodat ze blijven leven en anderen eruit kunnen putten. En zij op hun manier hier weer betekenis aan kunnen geven.

Hayırlı ramazanlar!

Esma Curuk, Partner Bureau VI

Het ontstaan van een eigen identiteit bij jongeren is een ontwikkelingsproces van het begin van de volwassenheid. Het belang van het ‘ik’ wordt sterker en er wordt antwoord gezocht naar de betekenis van het eigen leven. De zoektocht naar de identiteit en de sterkte hiervan is belangrijk omdat het samenhangt met andere processen in de ontwikkeling. Een jongere met een sterke identiteit bijvoorbeeld heeft meer zelfwaardering en kan beter presteren. Het is zeker niet makkelijk voor de jongeren in deze zoektocht en hoe kunnen wij ze sturen en zo helpen bij de identiteitsontwikkeling?

Het sturen van jongeren bij ‘de zoektocht naar identiteit’

Sturing geven

Mensen worden steeds zelfstandiger en onafhankelijker en behoren steeds minder tot een gemeenschap. Hierdoor vervagen de tradities ook en er is minder invloed van ideologieën en traditionele gewoontes. De levensvisie wordt steeds meer bepaald door het individu en de jongeren moeten steeds meer zelf sturing geven aan het eigen leven. Hierbij is het belangrijk dat de groepsgebonden gewoontes nog bestaan en dat jongeren nog bewust zijn van hun eigen culturele aspecten zodat ze niet verdwalen bij de zoektocht naar hun identiteit. Het moet voor jongeren open en divers gehouden worden zodat ze ondanks de sociale en culturele verscheidenheid toch hun identiteitsontwikkeling inhoud kunnen geven.

Afzondering en uitwisseling

Een belangrijk aspect bij de identiteitsontwikkeling is de samenhang tussen afzondering en uitwisseling. ‘Afzondering’ is belangrijk zodat jongeren niet vervreemden van eigen culturele achtergrond. Hierdoor kunnen ze hun eigen ‘ik’ ontwikkelen en vervormen. Ook kunnen ze met afzondering met eigen soortgenoten zijn wat kan helpen bij identiteitsontwikkeling.

Na het behoud van eigen culturele achtergrond kunnen ze verder voortbouwen en daar hebben ze ‘uitwisseling’ voor nodig. Hiermee blijven ze toegankelijk voor diversiteit en staan ze open voor nieuwe prikkels, ze blijven nieuwsgierig naar nieuwe werelden, waarderen hierbij de verschillen en worden meer creatiever.

Als er een dreiging is in ‘afzondering’ dus als jongeren gaan vervreemden van eigen culturele achtergrond kan het zorgen voor het ontstaan van ervaringsarmoede en zullen ze zich meer afzonderen van maatschappelijke groepen. Dit houdt in dat jongeren minder toegankelijk zullen zijn voor diversiteit en dus ook minder ervaring zullen opdoen.

Verschillende werelden

De behoefte om nieuwe werelden te ontdekken en dus steeds meer te gaan reizen is een belangrijk aspect van het jong zijn en wordt ook steeds populairder onder jongeren. Ervaring opdoen in verschillende landen zal op positieve vlak helpen bij de identiteitsontwikkeling. Het levert jongeren vaardigheden op die maatschappelijk van pas komen, jongeren kunnen tot zichzelf komen en luisteren naar hun eigen ziel en jongeren zien duidelijk verschil in rijkdom en armoede.  Ze kunnen hun eigen levensstijl en identiteit vervormen en meer betekenis geven.

Doordat jongeren zien dat er in verschillende landen mensen niet eens hun primaire behoeftes kunnen nastreven en dat er grote behoefte is aan maatschappelijk hulp zijn ze bezig met het ontwikkelen van maatschappelijke ideologische visies waardoor ze onbewust hun eigen identiteit ook vervormen.

Social Media

Voor jongeren is het belangrijk dat ze veel kunnen doen en delen met vrienden. Bij een groep horen en relaties met vrienden heeft voorrang bij jongeren. Het is belangrijk dat ze hun eigen ervaringen kunnen delen met hun vrienden. Het delen van ervaringen en kennis kunnen jongeren tegenwoordig makkelijker doen via social media. Ze kunnen daar ook snel een vriendengroep vormen, krijgen dus snel volgers en kunnen snel foto’s en ervaringen delen. Jongeren hebben een gemeenschappelijke behoefte en dit kan ervoor zorgen dat jongeren zich tot elkaar verbinden het liefst in positieve zin natuurlijk.

Kortom, bij de zoektocht naar identiteit van jongeren is het dus belangrijk dat de culturele achtergrond van de jongeren niet vervaagd wordt en dat ze zich daarop verder kunnen voortbouwen en hun identiteit verder kunnen ontwikkelen. Openstaan voor diversiteit en de uitwisseling tussen verschillenden culturele groeperingen is van groot belang voor de verder identiteitsontwikkeling. Instituut Culturele Zorg heeft in dit kader workshops en cursussen ontwikkeld waarmee je zowel jezelf leert kennen als ook je cliënt met een andere culturele achtergrond.

Tuba Gulbahce

Orthopedagoog                             

De coronacrisis is een uitdaging voor alle ouders die werk en zorg nu langdurig in huis moeten combineren. De meeste gezinnen kunnen deze moeilijke situatie wel aan, maar gezinnen met meervoudige problematiek missen die veerkracht. Hans Bellaart, onderzoeker bij KIS en pedagoog, zet de feiten op een rijtje en geeft meteen tips voor professionals die met deze gezinnen werken.

Het contact met ruim 5000 leerlingen is verloren sinds de scholen zijn gesloten, blijkt uit onderzoek van de Algemene Vereniging Schoolleiders. Uit wat voor een gezinnen komen die leerlingen?

‘Veel van deze gezinnen hebben een migratieachtergrond en hadden ook voor de coronacrisis al te maken met meervoudige problematiek. Bellen, mailen, appen, langsgaan of het bezorgen van brieven in verschillende talen, helpt soms niet. Vooral in het speciaal onderwijs is een grote groep leerlingen die veel baat heeft bij een goede dagstructuur. Het gebrek daaraan kan leiden tot frustratie en spanning in gezinnen.’

Klopt het dat in die gezinnen door de coronacrisis huiselijk geweld nu meer voorkomt?

‘Bij scholen, wijkteams en jeugdgezondheidszorg komen inderdaad signalen binnen dat kindermishandeling in deze coronacrisis vaker voorkomt. Op 9 april 2020 is voor het onderwijs een app ‘meldcode kindermishandeling’ gelanceerd.’ 

Neem bijvoorbeeld een alleenstaande, overbelaste moeder van Antilliaanse afkomst die geen geld heeft voor haar mobiele abonnement en vindt dat de kinderen af en toe wel een klap verdienen. Of een gezin van Poolse afkomst, dat plotseling is verhuisd naar een klein vakantiehuisje, vanwege het ontslag in verband met corona

Is deze problematiek specifiek voor gezinnen met een migratieachtergrond? 

‘Nee, dit komt onder alle bevolkingsgroepen en in alle lagen van de bevolking voor. Maar de algemene maatschappelijke problemen waar gezinnen mee kunnen kampen, komen relatief veel voor bij migrantengezinnen en kunnen ernstiger zijn. Kinderen met een migratieachtergrond groeien bijvoorbeeld bijna zes keer zo vaak op in armoede als kinderen met een Nederlandse achtergrond. Ook wonen ze vaker in een eenoudergezin.’

Dus de achtergrond kan wel een rol spelen?

‘Klopt. De migratieachtergrond kan de sociale problematiek nog complexer maken. Denk aan de taal- en communicatieproblemen, onbekendheid met het Nederlandse systeem, het gebrek aan zelfredzaamheid, de eenzaamheid door het missen van een groter familienetwerk, de cultuurverschillen tussen kinderen en ouders en tussen ouders en instellingen, de angst en het wantrouwen naar instanties. Maar verder kan de context van ieder gezin wel verschillen. Neem bijvoorbeeld een alleenstaande, overbelaste moeder van Antilliaanse afkomst die geen geld heeft voor haar mobiele abonnement en vindt dat de kinderen af en toe wel een klap verdienen. Dat is weer een ander situatie dan een gezin van Poolse afkomst, dat plotseling is verhuisd naar een klein vakantiehuisje, vanwege het ontslag in verband met corona en het wegvallen van de woning bij de werkgever. Of een gezin dat gevlucht is uit Syrië, met een depressieve moeder en een overspannen vader die af en toe gewelddadig wordt. Of een gescheiden Marokkaanse moeder, die niet goed Nederlands spreekt, moeite heeft om de kinderen structuur te bieden en de voordeur niet opent uit angst dat ‘ze de kinderen komen weghalen’’.

Blijf volharden in een actieve benadering. Communiceer niet teveel via het kind, maar rechtstreeks met de ouders

Lopen kinderen uit gezinnen met een migratieachtergrond een extra risico?

‘Ja, omdat de afstand naar scholen, wijkteams en zorgvoorzieningen voor deze gezinnen groter is dan gemiddeld. De instellingen slagen er niet altijd in deze ouders en kinderen tijdig en effectief te bereiken. Ook vinden professionals de communicatie met deze ouders en het omgaan met cultuurverschillen soms lastig en hebben zij weinig ‘tools’ in handen die toegesneden zijn op de specifieke kenmerken en behoeften van deze gezinnen.’

Hoe kunnen leerkrachten en hulpverleners deze gezinnen beter bereiken en helpen?

‘Ik heb de volgende tips voor professionals in onderwijs en hulpverlening:

1. Actieve outreachende benadering

Blijf volharden in een actieve benadering. Communiceer niet teveel via het kind, maar rechtstreeks met de ouders. Dit kost soms veel tijd en is, zeker als zij de Nederlandse taal niet goed spreken, niet eenvoudig. Als het niet wil vlotten, zoek dan contact met sleutelfiguren, vrijwillige intermediairs van migrantenzelforganisaties (vrouwencentrum, culturele vereniging, religieuze stichting). Deze intermediairs lukt het vaak wel om de gezinnen effectief te bereiken.

2. Samenwerking tussen intermediairs en professionals

Sleutelfiguren bieden een vertrouwd gezicht uit de eigen gemeenschap, zij spreken de taal, kennen de culturele codes en het netwerk rond het gezin en kunnen vaak deuren openen die voor anderen gesloten blijven. Zie hen echter niet als goedkope tolken. Bouw aan een gelijkwaardige samenwerkingsrelatie, een gedeelde visie op de problematiek van gezinnen en de meerwaarde van onderlinge samenwerking.

3. Sensitiviteit van professionals

In deze coronacrisis is het contact met een professional van school of de hulpverlening van groot belang om escalatie te voorkomen. Kies voor een persoonlijke, niet te formele benadering, neem tijd voor het opbouwen van vertrouwen en het overbruggen van taal- en cultuurverschillen. De lijn openhouden kan het verschil maken. Juist bij deze kwetsbare gezinnen vergt het sensitiviteit van de professional om te werken vanuit respect voor de leefwereld van het gezin om het gevoel van afwijzing te voorkomen.

4. Investeer in een cultuursensitieve aanpak, ook na de coronacrisis

Blijf ook na de coronacrisis investeren in de contacten met sleutelpersonen en het ontwikkelen van culturele sensitiviteit. Maatwerk voor deze gezinnen is makkelijker gezegd dan gedaan. Het vraagt wel degelijk om specifieke kennis, houding en vaardigheden. Sommige ouders zijn zelf opgevoed met lijfstraffen en hanteren andere normen wat betreft straffen dan in Nederland gebruikelijk. Als je zegt: ‘In Nederland accepteren wij het slaan van kinderen niet”, dan schep je afstand. Help de ouders stap voor stap zoeken naar alternatieven, zonder hun gedrag af te wijzen. Om ingesleten gewoonten te veranderen is tijd nodig.’   

Ten slotte: maak je je zorgen om alle gezinnen met een migratieachtergrond?

‘Nee, zeker niet! Het is niet mijn bedoeling om gezinnen met een migratieachtergrond een probleemstempel op te drukken. Wel zijn er specifieke risico’s die het omgaan met complexe gezinsproblematiek lastiger kunnen maken. Het gaat om kinderen in zeer kwetsbare omstandigheden, zeker in deze coronacrisis. Zoek daarom samenwerking met sleutelpersonen om deze gezinnen effectief te bereiken en zoek samen naar de meest passende cultuursensitieve benaderingswijze om escalatie in het gezin te voorkomen.’

bron: kis.nl

De buurt waar je woont bepaalt met welke kinderen je omgaat en welke voorzieningen er zijn. Elke buurt heeft zijn eigen subcultuur en sfeer. Uit onderzoek blijkt dat kinderen zich beter ontwikkelen als ze in een goede buurt wonen. Dit komt door de buurt zelf, de vriendenkring, de voorzieningen, de subcultuur en de sfeer. Hierbij zijn ouders (inkomen en achtergrond) ook belangrijk, maar de persoonlijke opvoedingsstijl doet er minder toe wanneer het kind buitenshuis is. Hoe kunnen we het gedrag van jongeren in achterstandswijken zo stimuleren dat het probleemgedrag vermindert?

Oorzaken negatief gedrag 

• Sociale desorganisatie. Het ontbreken van culturele activiteiten, faciliteiten, sportactiviteiten.

• Invloed van slechte vrienden en weinig positieve rolmodellen.

• Stigmatisering, dus een groep wordt in verband gebracht met negatieve eigenschap. Hierdoor ontstaan er vooroordelen, discriminatie en onbegrip. Doordat dit gedrag wordt opgelegd gaan jongeren zich naar het stigma gedragen.

• Gebrek aan maatschappelijke en politieke instellingen of hulpbronnen

• Het ontbreken van voldoende aandacht in de buurt om het zelfredzame vermogen van jongeren te stimuleren. De individuele levenskansen van de jongeren worden beïnvloed door de kenmerken van de buurt.

• Afwezigheid van sociaal netwerk. Jongeren moeten zelf verantwoordelijkheid nemen wanneer belangrijke keuzes gemaakt moeten worden.

• Opvoeding en leeromgeving die thuis wordt aangeboden kan in sommige gevallen gering zijn.

 

Voorkomen van negatief gedrag

• Vriendengroepen creëren voor jongeren die meer waarde hechten aan onderwijs zodat het vanzelfsprekend is om verder te gaan studeren en je studie ook af te ronden.

• Het stimuleren van jongeren tot het vinden van positieve rolmodellen. Bijvoorbeeld met topsporters of musici.

• Een sociaal netwerk creëren zodat jongeren ook contacten hebben met mensen buiten de buurt.

• Zorgen voor sociale controle. Door een gebrek aan sociale controle worden jongeren minder in de gaten gehouden en minder aangesproken op hun gedrag waardoor ze eerder delicten zullen plegen.

• Het reorganiseren van achterstandswijken. Er moet veel gedaan worden aan de achterstandswijken, als we alle kinderen gelijke kansen willen bieden en minder problemen willen.

• De jongeren het gevoel geven dat ze gewaardeerd worden en dat ze ook een deel zijn van de maatschappij. Het wonen in een achterstandswijk wordt vaak in verband gebracht met sociale uitsluiting en het gevoel onder jongeren dat ze niet worden gewaardeerd. Er is een grote behoefte aan acceptatie, waardering en geborgenheid. In mijn vorige blog kun je hier meer over lezen.

• Het aanleren van het kunnen uiten of beheersen van emotionele en motivationele drang. Door het vervormen van hun persoonlijkheid zullen ze anders reageren op de negatieve invloeden in de buurt waarin ze opgroeien.

• Het aanleren van het flexibel kunnen reageren op veranderende eisen en aandrang vanuit de omgeving.

• Stimuleren van jongeren om te gaan sporten en bewegen, om het beoefenen van muziek, om cursussen te volgen of het deelnemen aan andere culturele activiteiten.

Kortom de buurt en de opvoeding vanuit huis kan een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van jongeren. Het is belangrijk dat er meer positieve rolmodellen zijn in de buurt voor jongeren en vriendengroepen die meer waarde hechten aan onderwijs. Een buurt die een positieve invloed kan hebben op de onderwijsresultaten en op de kansen op de arbeidsmarkt zal een grote invloed zijn op de jongeren en zal er zeker ook voor zorgen dat negatief gedrag bij jongeren in achterstandswijken zal verminderen.

Tuba Gulbahce

Orthopedagoog

Interculturele communicatie is het begrijpen van verschillende culturen, talen en normen en waarden van een ander land. We gaan het hierbij specifiek hebben over communiceren met jongeren met een multiculturele achtergrond. Hierbij is het belangrijk om met behulp van goede interculturele communicatie uiteindelijk effectief in verbinding te staan met jongeren. Verwacht wordt van jongeren en ouders met een multiculturele achtergrond dat ze zich probleemloos aanpassen aan de normen, waarden en gewoontes van het land waar ze wonen. Hoe kunnen we hierbij als hulpverlener effectief communiceren met jongeren met een multiculturele achtergrond? Lees snel verder voor een aantal tips hierover.

10 tips voor interculturele communicatie met jongeren

Aanpassen aan de cultuur

Ondanks dat een jongere in Nederland is geboren en getogen kan het nog steeds moeite hebben met zich aanpassen aan de maatschappij en zich niet begrepen voelen vanwege een andere etnische achtergrond. Jongeren die later in Nederland zijn gekomen wegens verschillende redenen in land van herkomst kunnen met dezelfde problemen te maken hebben.

10 tips voor interculturele communicatie

1. Kennis hebben van culturele achtergrond en de verschillen tussen culturen respecteren.

2. Wat is het wereldbeeld van de jongere en hoe staat hij/zij ervoor?

3. Strategische stappen nemen bij cultuurspecifieke inmenging.

4. De non-verbale communicatie is verbonden met de cultuur dus hou rekening hiermee.

5. Het creëren van zelfbewustzijn.

6. Gebruik maken van het talent om de jongeren beter te begrijpen en te stimuleren.

7. Uitpraten van conflicten en stoom uitlaten.

8. Niet te snel conclusies trekken bij contacten met de jongeren en probeer altijd de vooroordelen over de jongeren tegenover je weg te werken.

9. Het versterken van competenties levenslang leren en nadruk leggen op flexibiliteit.

10. De jongeren in hun comfortzone beter proberen te begrijpen, want daar voelen ze zich goed en zullen ze niet in paniek raken.

Kortom een gesprek voeren met jongeren met een multiculturele achtergrond kan een hele uitdaging zijn. Van groot belang hierbij is het begrijpen van diegene tegenover je. Het beheersen van kennis over zijn cultuur, taal en gewoontes uit zijn land. We leven in een multiculturele samenleving en komen daardoor steeds meer in contact met jongeren uit andere culturen en het beste is om dat te zien als een verrijking.

Instituut Culturele Zorg biedt workshops en cursussen om de cultuursensitiviteit binnen de zorg te vergroten.  

Tuba Gulbahce

Orthopedagoog